6 for whom the Lord doth love He doth chasten, and He scourgeth every son whom He receiveth;
6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.
6 for whom the Lord doth love He doth chasten, and He scourgeth every son whom He receiveth;
6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.