16 and having taken them in his arms, having put [his] hands upon them, he was blessing them.
16 En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.
16 and having taken them in his arms, having put [his] hands upon them, he was blessing them.
16 En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.