1 (H14:2) Palaja Israel, Herran, sinun Jumalasi tykö, sillä sinä olet kompastunut rikoksiisi.
4 (H14:5) Minä parannan teidän luopumuksenne, omasta halustani minä teitä rakastan; sillä minun vihani on kääntynyt hänestä pois.
5 (H14:6) Minä olen oleva Israelille kuin kaste, se on kukoistava kuin lilja ja juurtuva syvälle kuin Libanon.
6 (H14:7) Sen vesat leviävät, sen kauneus on oleva kuin öljypuun ja sen tuoksu kuin Libanonin.
7 (H14:8) Sen varjossa asuvaiset kasvattavat jälleen viljaa ja kukoistavat kuin viiniköynnös. Sen maine on oleva kuin Libanonin viinin.
8 (H14:9) Efraim! Mitä on minulla enää tekemistä epäjumalien kanssa? Minä kuulen häntä, minä katson hänen puoleensa, minä, joka olen kuin viheriöitsevä kypressi: minusta on sinun hedelmäsi.
9 (H14:10) Kuka on viisas ja ymmärtää nämä? Kuka taitava ja käsittää nämä? Sillä Herran tiet ovat suorat: vanhurskaat niillä vaeltavat, mutta luopiot niillä kompastuvat.
1 Samaria zal woest worden, want zij is wederspannig geweest tegen haar God; zij zullen door het zwaard vallen, hun kinderkens zullen verpletterd, en hun zwangere vrouwen zullen opengesneden worden.
2 Bekeer u, o Israel! tot den HEERE, uw God, toe; want gij zijt gevallen om uw ongerechtigheid.
3 Neem deze woorden met u, en bekeer u tot den HEERE; zeg tot Hem: Neem weg alle ongerechtigheid, en geef het goede, zo zullen wij betalen de varren onzer lippen.
4 Assur zal ons niet behouden, wij zullen niet rijden op paarden, en tot het werk onzer handen niet meer zeggen: Gij zijt onze God. Immers zal een wees bij U ontfermd worden.
5 Ik zal hunlieder afkering genezen, Ik zal hen vrijwilliglijk liefhebben; want Mijn toorn is van hem gekeerd.
6 Ik zal Israel zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon.
7 Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon.
8 Zij zullen wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten leven voortbrengen als koren, en bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon.
9 Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. [ (Hosea 14:10) Wie is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen. ]