26 If any one doth come unto me, and doth not hate his own father, and mother, and wife, and children, and brothers, and sisters, and yet even his own life, he is not able to be my disciple;
26 Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn.