13 Then were brought near to him children that he might put hands on them and pray, and the disciples rebuked them.
14 But Jesus said, Suffer the children, and forbid them not, to come unto me, for of such is the reign of the heavens;
15 and having laid on them [his] hands, he departed thence.
13 Toen werden kinderkens tot Hem gebracht, opdat Hij de handen hun zou opleggen en bidden; en de discipelen bestraften dezelve.
14 Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk der hemelen.
15 En als Hij hun de handen opgelegd had, vertrok Hij van daar.