5 The purposes of the diligent [are] only to advantage, And of every hasty one, only to want.
5 De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek.
5 The purposes of the diligent [are] only to advantage, And of every hasty one, only to want.
5 De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek.