31 maar die wat op die HERE wag, kry nuwe krag; hulle vaar op met vleuels soos die arende; hulle hardloop en word nie moeg nie, hulle wandel en word nie mat nie.

31 Maar dien den HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden; zij zullen lopen, en niet moede worden; zij zullen wandelen, en niet mat worden.