5 Want baren des doods hadden mij omvangen; beken Belials verschrikten mij.

6 Banden der hel omringden mij; strikken des doods bejegenden mij.

7 Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; en Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep kwam in Zijn oren.