10 Laat my vreugde en blydskap hoor; laat die gebeente juig wat U verbrysel het.
10 Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, die Gij verbrijzeld hebt.
10 Laat my vreugde en blydskap hoor; laat die gebeente juig wat U verbrysel het.
10 Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, die Gij verbrijzeld hebt.