1 Vir die musiekleier. 'n Psalm van Dawid, by die gedenkoffer.

2 o God, maak tog gou om my te red, o HERE, om my te help!

3 Laat hulle wat my lewe soek, beskaamd staan en rooi van skaamte word; laat hulle wat behae het in my ongeluk, agteruitwyk en in die skande kom.

4 Laat hulle wat sê: Ha, ha! teruggaan vanweë hul beskaming.

5 Laat in U vrolik en bly wees almal wat U soek; en laat die liefhebbers van u heil altyddeur sê: Groot is God! [ (Psalms 70:6) Maar ek is ellendig en behoeftig: o God, kom tog gou na my! U is my hulp en my redder; HERE, vertoef tog nie! ]

1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, om te doen gedenken.

2 Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE, tot mijn hulp.

3 Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.

4 Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!

5 Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt! [ (Psalms 70:6) Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet! ]