1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun.
2 Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.
3 Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek, ik zal niet grotelijks wankelen.
4 Hoe lang zult gijlieden kwaad aanstichten tegen een man? Gij allen zult gedood worden; gij zult zijn als een ingebogen wand, een aangestoten muur.
5 Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela.
6 Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting.
7 Hij is immers mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek; ik zal niet wankelen.
8 In God is mijn Heil en mijn Eer; de Rotssteen mijner sterkte, mijn Toevlucht is in God.
9 Vertrouw op Hem te aller tijd, o gij volk! Stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht; God is ons een Toevlucht. Sela.
10 Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen lichter zijn dan de ijdelheid.
11 Vertrouwt niet op onderdrukking, noch op roverij; wordt niet ijdel, als het vermogen overvloedig aanwast, en zet er het hart niet op.
12 God heeft een ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is. [ (Psalms 62:13) En de goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden naar zijn werk. ]
1 My soul rests in God alone.
My salvation is from him.
2 He alone is my rock, my salvation, and my fortress.
I will never be greatly shaken.
3 How long will you assault a man?
Would all of you throw him down,
like a leaning wall, like a tottering fence?
4 They fully intend to throw him down from his lofty place.
They delight in lies.
They bless with their mouth, but they curse inwardly. Selah.
5 My soul, wait in silence for God alone,
for my expectation is from him.
6 He alone is my rock and my salvation, my fortress.
I will not be shaken.
7 My salvation and my honor is with God.
The rock of my strength, and my refuge, is in God.
8 Trust in him at all times, you people.
Pour out your heart before him.
God is a refuge for us. Selah.
9 Surely men of low degree are just a breath,
and men of high degree are a lie.
In the balances they will go up.
They are together lighter than a breath.
10 Don’t trust in oppression.
Don’t become vain in robbery.
If riches increase,
don’t set your heart on them.
11 God has spoken once;
twice I have heard this,
that power belongs to God.
12 Also to you, Lord, belongs loving kindness,
for you reward every man according to his work.