2 Servite al Signore con allegrezza; Venite nel suo cospetto con canto.
2 Dient den HEERE met blijdschap, komt voor Zijn aanschijn met vrolijk gezang.
2 Servite al Signore con allegrezza; Venite nel suo cospetto con canto.
2 Dient den HEERE met blijdschap, komt voor Zijn aanschijn met vrolijk gezang.