4 Enter into his gates with thanksgiving {and} into his courts with praise; give thanks unto him, bless his name:
4 Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam.
4 Enter into his gates with thanksgiving {and} into his courts with praise; give thanks unto him, bless his name:
4 Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam.