11 (H42:12) Miksi murehdit, minun sieluni, ja miksi olet minussa niin levoton? Odota Jumalaa. Sillä vielä minä saan kiittää häntä, minun kasvojeni apua, minun Jumalaani.
11 Met een doodsteek in mijn beenderen honen mij mijn wederpartijders, als zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God? [ (Psalms 42:12) Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God. ]