5 Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.
5 Tu dresses une table devant moi, en présence de mes ennemis; tu oins ma tête d'huile; ma coupe déborde.
5 Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.
5 Tu dresses une table devant moi, en présence de mes ennemis; tu oins ma tête d'huile; ma coupe déborde.