1 Til sangmesteren; en salme av David.
2 Herren bønnhøre dig på nødens dag, Jakobs Guds navn berge dig!
3 Han sende dig hjelp fra helligdommen og støtte dig fra Sion!
4 Han komme alle dine matoffer i hu og finne ditt brennoffer godt! Sela.
5 Han gi dig efter ditt hjerte og fullbyrde alt ditt råd!
6 Måtte vi kunne juble over din frelse og løfte seiersmerket i vår Guds navn! Herren opfylle alle dine bønner!
7 Nu vet jeg at Herren frelser sin salvede; han svarer ham fra sin hellige himmel med frelsende storverk av sin høire hånd.
8 Hine priser vogner, hine hester, men vi priser Herrens, vår Guds navn.
9 De synker og faller, men vi står og holder oss oppe.
10 Herre, frels! Kongen bønnhøre oss på den dag vi roper!
1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
2 De HEERE verhore u in den dag der benauwdheid; de Naam van den God Jakobs zette u in een hoog vertrek.
3 Hij zende uw hulp uit het heiligdom, en ondersteune u uit Sion.
4 Hij gedenke al uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as. Sela.
5 Hij geve u naar uw hart, en vervulle al uw raad.
6 Wij zullen juichen over Uw heil, en de vaandelen opsteken in den Naam onzes Gods. De HEERE vervulle al uw begeerten.
7 Alsnu weet ik, dat de HEERE Zijn Gezalfde behoudt; Hij zal Hem verhoren uit den hemel Zijner heiligheid; het heil Zijner rechterhand zal zijn met mogendheden.
8 Dezen vermelden van wagens, en die van paarden; maar wij zullen vermelden van den Naam des HEEREN, onzes Gods.
9 Zij hebben zich gekromd, en zijn gevallen; maar wij zijn gerezen en staande gebleven. [ (Psalms 20:10) O HEERE! behoud; die Koning verhore ons ten dage van ons roepen. ]