1 Til sangmesteren; av Korahs barn; efter Alamot*; en sang. / {* sannsynligvis en toneart, 1KR 15, 20.}
2 Gud er vår tilflukt og vår styrke, en hjelp i trengsler, funnet såre stor.
3 Derfor frykter vi ikke, om jorden omskiftes, og om fjell rokkes i havets hjerte,
4 om dets bølger bruser og skummer, og fjell bever ved dets overmot. Sela.
5 En strøm - dens bekker gleder Guds stad, den Høiestes hellige bolig.
6 Gud er midt i den, den skal ikke rokkes; Gud hjelper den når morgenen bryter frem.
7 Folkeferd bruste, riker blev rokket; han lot sin røst høre, jorden smeltet.
8 Herren, hærskarenes Gud, er med oss; Jakobs Gud er vår faste borg. Sela.
9 Kom, se Herrens gjerninger, som har gjort ødeleggelse på jorden!
10 Han gjør ende på krigene over hele jorden, bryter buen sønder og hugger spydet av; vognene brenner han op med ild.
11 Hold op og kjenn at jeg er Gud! Jeg er ophøiet iblandt folkene, ophøiet på jorden.
12 Herren, hærskarenes Gud, er med oss; Jakobs Gud er vår faste borg. Sela.
1 Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach.
2 God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.
3 Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeen;
4 Laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver verheffing! Sela.
5 De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten.
6 God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen in het aanbreken van den morgenstond.
7 De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt.
8 De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela.
9 Komt, aanschouwt de daden des HEEREN, Die verwoestingen op aarde aanricht.
10 Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, de boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt.
11 Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde. [ (Psalms 46:12) De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela. ]